de vrezelijke krakken, de toekomer.
de niks, het monster trotteldrom, de tuttelwurm.
het booroog, de labberdaan, de pasmunt.
de tijwisselaar, de kwade inblazingen, de hup bloemerij.
de feunix, de toornviolen, de trullenhoedster.
de windhandel, de sloven, de bovenbazen.
de liefdadiger, het platmaken, de loodhervormer.
MV 5 113-140. De Drakenburcht.
MV 6 141-168. Het Verdwijneiland.
MV 7 169-196. De Reuzenvogel.
MV 8 197-224. De rare uitvinding.
MV 10 253-280. De zieke hertog.
MV 11 281-308. Het monster-ei.
MV 12 309-336. Kaspar de draak.
MV 14 421-485. Het land van de blikken mannen.